Bordes-eisen volgens DIN 18065 met de nieuwe regelingen voor de optrede in het bordesgebied en praktische gevolgen.
Bekijk hoe snel het werktBordessen moeten in hun bruikbare breedte en diepte ten minste overeenkomen met de traploop.
In looprichting moeten ze ten minste zo lang zijn als de trap breed is.
Bordessen moeten ten minste zover "uit de muur steken" als de trap breed is.
Bij noodzakelijke trappen volgens DIN 18065 / Gebouwen in het algemeen moet na 18 optredepatronen een tussenbordes worden aangebracht en deze bordessen moeten ziekentransport mogelijk maken.
De „optrede" in het bordesgebied moet ten minste 3 × a groot zijn. In het voorbeeld moet het bordes verlengd worden.
De „optrede" in het bordesgebied moet ten minste 2,5 × a groot zijn. Hier is i.r. geen verlenging nodig.
Een hoekbordes in de vorm van een vierkant is door deze regeling mogelijk niet meer mogelijk. Bij een bruikbare loopbreedte van 1000 mm zou dit bijv. bij een optrede vanaf 260 mm het geval zijn (Gebouwen in het algemeen).
Deze regeling is nieuw opgenomen in de norm. Naar mijn mening zijn er nog een paar inconsistenties:
Door verschuiving van de looplijn naar buiten zou deze regeling voor aantreden tot 310 mm geen betekenis hebben. In de norm staat alleen dat bij rechte trappen "de looplijn als middel kan worden aangenomen". Bij de regelingen betreffende het loopgebied en de verschuifbaarheid van de looplijn zijn rechte trappen echter niet expliciet uitgezonderd.
De afbeelding in de norm stelt de boog van de looplijn van bordesbegin tot -einde voor en niet als boog met middelpunt in de hoek, zoals bij verdraaide trappen.
In de bouw wordt bij recht lopende bordestrappen de looplijn meestal hoekig ingetekend. Dit kan nu tot verwarring leiden.
De term "aantrede" is voor dit bordesgebied ongelukkig gekozen.
De intentie van deze regeling is onduidelijk. Voor een goed loopritme zou een verwijzing naar de schreedmaat zinvol zijn geweest.