TREPEDIA
TREPEDIA
GRATIS
DEMO
Licensed & Insured Approved

Stijgingsverhouding

De Basis van elke Trapbeoordeling

Stijging en optrede vormen de stijgingsverhouding – de basis voor comfort, veiligheid en normconformiteit van elke trap.

Bekijk hoe snel het werkt

Stijging en optrede zijn de meest opvallende maten aan een trap. Ze vormen praktisch de basis van elke beoordeling. Hun verhouding tot elkaar wordt als stijgingsverhouding aangeduid en in cm weergegeven, bijv. 18,6 / 26.

Eerst de begrippen, een afbeelding zegt meer dan duizend woorden.

Treppenbegriffe

Stijging

De stijging is de verticale afstand tussen de loopvlakken van twee treden. De waarde volgt uit het waardenbereik van de norm en uit de toepassing van de schreedmaatregel. Waarden boven 190 mm worden hier meestal als te groot ervaren.

Praxis-Tipp

Bij plaatsgebrek heeft het zich als gunstig uitgewezen, door een wat hogere stijging het aantal treden te reduceren en daarmee de aantrede te vergroten. Want met name bij het naar beneden gaan van een trap is een kleine aantrede gevaarlijk, een grote stijging is slechts wat inspannender.

Bepaling van de Stijging

De stijging wordt meestal als eerste, en wel als volgt bepaald: men deelt de verdiepingshoogte door het geschatte aantal stijgingen en corrigeert het aantal stijgingen zo lang, totdat de stijging in het gewenste bereik ligt.

Stijging uit Verdiepingshoogte

n … Aantal stijgingen (niet treden!)

H … Verdiepingshoogte

s = H / n

Stijging voor Optimale Schreedmaat

630 … optimale schreedmaat

a … Aantrede

s = (630 - a) / 2

Aantrede

De aantrede wordt gemeten als kortste verbinding tussen de snijpunten van de looplijn met twee opeenvolgende tredevoor kanten, gezien in de projectie van boven. Is de looplijn een boog, dan betreft het de koorde. De aantrede heeft dus niets te maken met de breedte van de looptrede.

De waarde volgt, net als bij de stijging, uit het waardebereik van de norm en uit de toepassing van de schreedmaatregel. Bij rechte trappen kan de aantrede ook uit de lengte van de looplijn worden bepaald.

Aantrede uit Looplijn (rechte trap)

l … Lengte van de looplijn

n … Aantal treden

a = l / n

Aantrede voor optimale schreedmaat

630 … optimale schreedmaat

s … Stijging

a = 630 - 2s

Praktijkprobleem bij Gewentelde Trappen

Bij gewentelde trappen met vastgestelde buitenmaten ontstaat de volgende situatie: de looplijn wordt vastgelegd en in de plattegrond ingetekend. Nu moet de looplijn in aantreden worden ingedeeld – in het booggebied als koorde.

Dit is (voor zover ik weet) rekenkundig alleen iteratief mogelijk en tekenkundig juist door proberen: men neemt een geschatte aantrede in de passer en draagt deze stap voor stap af tot het einde van de looplijn. Daar ziet men dan of de aantrede te groot of te klein was en herhaalt het geheel met een gecorrigeerde waarde. Uiteindelijk kan men zich alleen bij benadering aan de juiste waarde herantasten.

Ook een normaal CAD-programma helpt hier niet verder, in ieder geval is mij geen bekend dat een polylijn in een gewenst aantal koorden opdeelt. CAD-gebruikers zullen de aantrede zo nauwkeurig mogelijk schatten, deze met cirkels (passer schaadt het beeldscherm) aan de looplijn afdragen en dan gewoon de laatste trede of de totaallengte wat aanpassen.

Lauflinie 1x4

Ondermaat en Lichte Tredeafstand

Ondermaat

De ondermaat is zogezegd de "overlapping" van de treden. In principe moet bij alle open trappen (trappen waar men van voren "doorkijken" kan) ten minste 30 mm ondermaat worden voorzien.

Dit wordt graag bij vluchttrappen met roostertreden verwaarloosd, omdat hier ten onrechte vanwege de bouwwijze aan industrietrappen wordt gedacht, bij deze zijn slechts 10 mm vereist.

Bijzondere regel: Bij noodzakelijke trappen met aantreden onder 260 mm moeten aantrede en ondermaat samen ten minste 260 mm bedragen.

Voor spindeltrappen worden graag voorgevormde treden gebruikt, die in ingebouwde toestand geen parallelle kanten opleveren. Daarom is de ondermaat op elke plaats verschillend. Een bepaling in het gebied van de looplijn zou hier in de zin van de normen moeten zijn.

Lichte Tredeafstand

  • • Verticale afstand tussen twee treden
  • • Opening tussen treden: max. 120 mm (openbare gebouwen)
  • • Desnoods constructief bereiken (opgezette latten)

Schreedmaatregel

Formule en Waarden

sm = 2 × s + a ≈ 630 mm

s … Stijging

a … Aantrede

DIN 18065: 590 - 650 mm

EN 14122-3: 600 - 660 mm

Optimaal: 630 mm nastreven

Historische Achtergrond & Internationale Verschillen

De schreedmaat moet de schredeafstand van een volwassen mens bij het beklimmen van een trap representeren. Formule en ideaalwaarde werden reeds in de 16e eeuw vastgelegd, toen de mensen tendentieel zeker kleiner waren.

Of zij vandaag de dag nog zo zouden moeten gelden, zij daarheen gesteld, in het Duitstalige gebied worden trappen gewoon zo gebouwd. In andere landen is dit niet per se zo, bijv. bouwen de Nederlanders, ook als zij eens geen plaatsgebrek hebben, graag duidelijk sportiever trappen met grotere stijging.

Er zijn ook benaderingen om de schreedmaatregel te moderniseren. Deze zog. sinusformule moet voor bijzonder vlakke en bijzonder steile trappen een betere begaanbaarheid waarborgen, maar heeft in officiële regelingen tot nog toe geen ingang gevonden.

Ik heb me eens de moeite getroost om de regelingen van de DIN 18065 voor aantrede, stijging en schreedmaat grafisch weer te geven. Zo kan men comfortabel met afzonderlijke waarden "spelen", zonder voortdurend te moeten rekenen. En omdat dat zo praktisch is, kan men het meteen als PDF-bestand uitprinten.

Schrittmaßregel Grafik

Verdere Regels

Gemaksregel

a - s ≈ 120 mm

a … Aantrede

s … Stijging

De gemaksregel moet ervoor zorgen dat een trap met zo min mogelijk krachtinspanning beklommen kan worden. In de normen zijn er voor deze regel geen voorschriften, wat ook juist is, omdat de geldigheid weinig bewezen is. Toch behoort zij tot de vaak geciteerde grondslagen van de trapbouw.

Veiligheidsregel

a + s ≈ 460 mm

a … Aantrede

s … Stijging

Door het naleven van de veiligheidsregel moet het ongevallenrisico bij het beklimmen van een trap laag worden gehouden. Zij is net als de gemaksregel niet in de normen genoemd en ook zij is eerder weinig bewezen.